Politiek
De Bondrepubliek Duitsland is door de opgestelde grondwet van 1949 een democratisch-parlementaire bondstaat. Het Duitse parlement heet de Bondsdag en wordt iedere vier jaar verkozen door de volwassen Duitsers. Het kiessysteem is gebaseerd op het principe van evenredige vertegenwoordiging al is er echter wel een kiesdrempel van 5% van de stemmen voor een partij. Hierdoor worden kleine partijen uit het parlement geweerd.
De Bondsdag is het machtigste gedeelte van het politieke stelsel van Duitsland. Het stemt over wetten, het kiest de regeringsleider, de bondskanselier, gedeeltelijk de bondspresident en de bondsrechters, het controleert de regering en de geheime diensten en het beslist over volkenrechtelijke verdragen en over de militaire inzet van het leger.
De Duitse Bondspresident is het staatshoofd en representeerd de republiek. Taken die de Bondspresident uitvoerd is het tekenen van wetten, het benoemen van regeringsleden en het vervullen van ceremoniale plichten.
De Bondspresident wordt verkozen door de Bondsvergadering, die enkel voor dit doel bijeenkomt. Dit bestaat uit leden van de Bondsdag met vertegenwoordiging van alle partijen.
Daarnaast heeft iedere deelstaat van Duitsland een grondwet, parlement en een regering.
De twee grootste partijeen van Duitsland zijn de sociaal democratische CDU en de sociaaldemocratische SPD.
De twee grootste partijeen van Duitsland zijn de sociaal democratische CDU en de sociaaldemocratische SPD.
Cristian Wuff, huidige bondspresident sinds 2010
Van de sociaal democratische partij CDU
Economie
Duitsland bezit op drie landen na de sterkste economie van de wereld. Enkel China, Japan en VS staan erboven. Hierbij is gekeken naar het Bruto Nationaal Product (BPN).
Duitsland heeft echter wel te kampen met economische problemen. Zo kent het land een werkloosheid van 18% in het voormalig DDR (oost-duitsland) en 8% in het westen. Ondanks het verstrekken van geld aan het oostelijke deel van Duitsland maakt dit nog weinig financiele groei door.
Duitsland heeft echter wel te kampen met economische problemen. Zo kent het land een werkloosheid van 18% in het voormalig DDR (oost-duitsland) en 8% in het westen. Ondanks het verstrekken van geld aan het oostelijke deel van Duitsland maakt dit nog weinig financiele groei door.
In de tweede helft van 2004 heeft de auto markt het in Duitsland heel zwaar gehad en is nog steeds niet altijd zeker. Hier hebben veel mensen hun baan door verloren.
Net als Nederland heeft Duitsland te kampen met een toenemende vergrijzing. Dit kan in de toekomst, samen met de hoge werkloosheid, voor nog meer economische problemen zorgen.
De auto industrie is een belangrijk deel van de Duits economie
Onderwijs
De auto industrie is een belangrijk deel van de Duits economie
Onderwijs
Het Duitse onderwijssysteem kent een algemene structuur, maar autonomie er zijn veel regionale verschillen in de onderwijspraktijk en organisatie. In de meeste delen van Duitsland is het onderwijs gratis. Het lesmateriaal komt wel vaak voor rekening van de ouders.
Na het kleuteronderwijs (Kindergarten) volgen de leerlingen vanaf zes jaar de Grundschule, de Nederlandse basisschool
Vanaf dat moment worden de klassen doorgeteld tot maximaal klas 13 van het gymnasium of de Berufsfachschule of Fachoberschule. Klas vijf, als de leerlingen elf jaar zijn, geldt als een oriëntatiejaar voor de schoolkeuze. De resultaten van de leerlingen tot dan toe zijn bindend voor het advies. De leerlingen kiezen in het voortgezet onderwijs uit drie schooltypen:
Ee Hauptschule, vergelijkbaar met het VMBO
De Realschule, vergelijkbaar met de VMBO theoretisch/HAVO
het Gymnasium (VWO/Atheneum).
Het voortgezet onderwijs eindigt met klas 10, als de leerlingen zestien jaar zijn. Vanuit de Hauptschule en de Realschule stromen de leerlingen door naar het beroepsvoorbereidende onderwijs of in een systeem van leren en werken. Na het afsluitende examen in klas 9 wordt in klas 10 van de Hauptschule een begin gemaakt met het beroepsgerichte onderwijs. Het eindexamen van de Realschule vindt plaats in klas 10. Leerlingen in klas 10 van het Gymnasium sluiten de onderbouw af en stromen door naar de gymnasiale bovenbouw. Deze bovenbouw kan vakgericht zijn of pre-universitair, zoals het vwo in Nederland.
Het Gymnasium tot slot wordt afgesloten in klas 13 met het eindexamen (die Abitur).
Na het kleuteronderwijs (Kindergarten) volgen de leerlingen vanaf zes jaar de Grundschule, de Nederlandse basisschool
Vanaf dat moment worden de klassen doorgeteld tot maximaal klas 13 van het gymnasium of de Berufsfachschule of Fachoberschule. Klas vijf, als de leerlingen elf jaar zijn, geldt als een oriëntatiejaar voor de schoolkeuze. De resultaten van de leerlingen tot dan toe zijn bindend voor het advies. De leerlingen kiezen in het voortgezet onderwijs uit drie schooltypen:
Ee Hauptschule, vergelijkbaar met het VMBO
De Realschule, vergelijkbaar met de VMBO theoretisch/HAVO
het Gymnasium (VWO/Atheneum).
Het voortgezet onderwijs eindigt met klas 10, als de leerlingen zestien jaar zijn. Vanuit de Hauptschule en de Realschule stromen de leerlingen door naar het beroepsvoorbereidende onderwijs of in een systeem van leren en werken. Na het afsluitende examen in klas 9 wordt in klas 10 van de Hauptschule een begin gemaakt met het beroepsgerichte onderwijs. Het eindexamen van de Realschule vindt plaats in klas 10. Leerlingen in klas 10 van het Gymnasium sluiten de onderbouw af en stromen door naar de gymnasiale bovenbouw. Deze bovenbouw kan vakgericht zijn of pre-universitair, zoals het vwo in Nederland.
Het Gymnasium tot slot wordt afgesloten in klas 13 met het eindexamen (die Abitur).
In Duitsland wordt de term Hochschulen als overkoepelende term gebruikt om zowel universiteiten als hogescholen (Fachhochschulen) mee aan te duiden.
De verantwoordelijkheid voor de Hochschulen ligt bij de deelstaten. De Fachhochschulen onderscheiden zich van de universiteiten door een meer praktijkgerichte opleiding, een kortere studieduur en meer toepassingsgericht onderzoek; zij zijn vergelijkbaar met de Nederlandse hogescholen.
Humboldt Universiteit - Grote universtiteit in Berlijn
Culturele Dimensies van Duitsland
Culturele dimensie van Duitsland volgens het model van Hofstede
PDI
Humboldt Universiteit - Grote universtiteit in Berlijn
Culturele Dimensies van Duitsland
Culturele dimensie van Duitsland volgens het model van Hofstede
PDI
De PDI van Duitsland is relatief laag, dit betekend dat de machtafstand kleiner is tussen personen. Duitse werknemers kunnen gemakkelijker hun baas benaderen zonder normen en waarden te overtreden. In het gezinsleven kan dit ook teruggezien worden. Ouders behandelen hun kinder veelal als gelijken. In de samenleving is het ook terug te zien dat er een grotere middenklasse bestaat.
IDV
Duitsers zijn redelijk individualistisch ingesteld. Dit heeft als gevolg dat de Duitsers hun identiteit ontlenen aan zichzelf en minder laten beïnvloeden door een groep. Daarnaast is terug te zien in het onderwijs dat er beseft wordt dat diploma’s je economische waarde en zelfrespect verhogen. Ook heeft iedereen recht op privacy en persvrijheid.
Tot slot is er een hoger BPN per hoofd van de bevolking, dit is wederom een kenmerk van het hoger individualistische percentage.
Tot slot is er een hoger BPN per hoofd van de bevolking, dit is wederom een kenmerk van het hoger individualistische percentage.
MAS
Duitsers zijn redelijk masculien ingesteld. Dit heeft als gevolg dat geld een dure dingen van verhoogde waarde zijn voor een persoon. Daarnaast zijn de opvatting over de verschillende sexen dat mannen assertief en ambitieus, vrouwen moeten zacht van aard zijn en zich veel met gevoelens bezighouden. In het onderwijs komt het terug dat er veel gekeken wordt naar studieprestaties, slechte cijfers zijn niet acceptabel. In de politiek komt de verhoogde masculiniteit naar voren door de aandacht voor economische groei. Daarnaast gaat er minder geld uit naar ontwikkelingshulp.
UAI
De UAI geeft aan in hoeverre een landenbevolking omgaat met onzekere situaties. Duitsland scoort redelijk hoog op dit gebied. Hiermee hebben Duitsers een sterkere onzekerheidsvermijding. Kinderen krijgen strakke regels over wat vies en taboe is en studenten willen het juiste antwoord weten. Er wordt ook verwacht dat docenten alle antwoorden hebben. Afwijkende ideen en gedrag wordt in bepaalde mate onderdrukt en geeft verminderde ruimte voor innovatie.
In de politiek heeft het als gevolg dat er redelijk veel wetten en regels zijn en dat deze strict bepaald zijn. Hierdoor is er soms een wat negatieve houding tegenover de politiek vanuit de burger. In religieuze hoek is terug te zien dat er weinig verschillende geloven zijn buiten het christendom om.
In de politiek heeft het als gevolg dat er redelijk veel wetten en regels zijn en dat deze strict bepaald zijn. Hierdoor is er soms een wat negatieve houding tegenover de politiek vanuit de burger. In religieuze hoek is terug te zien dat er weinig verschillende geloven zijn buiten het christendom om.
